Suggesties invulling groepsbijeenkomsten Deelprogramma Gedragsbehoud (2025)

In het deelprogramma Gedragsbehoud zijn twee groepsbijeenkomsten, in maand 9 en in maand 12. Hieronder staan suggesties over hoe je deze bijeenkomsten kunt invullen en welke werkvormen je kunt gebruiken.

Speerpunten

  • Bespreek samen met de deelnemers het doel van de groepsbijeenkomsten.
    • Wat willen ze bereiken, hoe gaan ze tevreden naar huis? Wat moet de bijeenkomst opleveren?
  • Focus op zelfreflectie en terugvalpreventie
    • Start met een terugblik: Hoe gaat het met het SLIMMER actieplan? Welke doelen zijn behaald en wat zijn nieuwe doelen?
    • Monitor de voortgang; hoe ver zijn de deelnemers met hun doelen? Het meten van het gewicht en middelomtrek is hier ook onderdeel van.
    • Wat zijn de ervaringen tot nu toe en waar lopen de deelnemers tegen aan?
    • Welke belemmeringen voorkomen dat de deelnemers hun doelen bereiken? (bijv. faalangst, onzekerheid, gebrek aan zelfvertrouwen, gemis aan steun in de omgeving). Welke oplossingen kunnen deelnemers hier met elkaar voor bedenken?
    • Welke succesmomenten hebben deelnemers gehad?
    • Hoe kunnen de deelnemers aan de uitdagingen werken, welke doelen willen ze in de toekomst bereiken?
  • Je kunt ook kiezen voor het bespreken van een inhoudelijk thema, bijvoorbeeld:
    • Hoe kun je de gezondere leefstijl concreet in het dagelijks leven kunt toepassen, bijvoorbeeld tijdens het boodschappen doen of als je op een feest of verjaardag bent?
    • Hoe kun je emotie-eten verminderen?
    • Hoe kun je slaap en ontspanning verbeteren en stress verminderen? Tips hiervoor vind je in de e-learning ‘Vergroten van Veerkracht
  • Besteed aandacht de kracht van sociale steun en stimuleer de groep om zelf het initiatief te nemen om als groep contact te houden in de onderhoudsfase.
  • Sluit af met een motiverende boodschap.

Tips

  • Plan de groepsbijeenkomsten op dezelfde plek en bij voorkeur op dezelfde dag en tijd als de beweeglessen in de behandelfase.
  • Plan de groepsbijeenkomsten ver vooruit met de groep.
  • Gebruik actieve werkvormen/beweegoefeningen om bovengenoemde speerpunten te bespreken (zie suggesties op blz. 2 van dit document).
  • Focus op de positieve ervaringen van deelnemers en creëer een open en veilige sfeer.
  • Laat de groep zelf oplossingen bedenken voor de problemen waar ze tegen aan lopen.
  • Benadruk dat verandering begint met kleine stappen.
  • Stimuleer groepsbinding, groepsmotivatie en samenwerken binnen de groep.
  • Vier de successen van deelnemers!

Werkvormen

Hieronder staan een aantal suggesties voor werkvormen voor de bijeenkomsten. Deze zijn ook terug te vinden in de SLIMMER e-learning modules ‘Gedragsbehoud’ en ‘Vergroten van Veerkracht’. Je kunt zelf een (of meerdere) werkvorm(en) kiezen die je graag wilt uitvoeren tijdens de bijeenkomst, of de deelnemers vragen waar ze behoefte aan hebben.

Zelfreflectie en terugvalpreventie

Actieve spelvormen

Gebruik een actieve spelvorm tijdens het reflecteren:

  • Spel met een bal
  • Een (kinder)beweegspelletje (Anne Maria koekoek, ‘boompje verwisselen’, etc.)
  • Stoelendans (kan ook met hoepels)
  • Beweegoefeningen die ze al eerder hebben gedaan tijdens de behandelfase

Over de streep

Stel een vraag en laat deelnemers over de streep lopen/huppelen/dansen/springen wanneer de vraag van toepassing is op hun leven of beleving. Bijvoorbeeld:

  • Wie voelt zich wel eens eenzaam in het proces van werken aan een gezonde leefstijl?
  • Wie heeft al eens besloten om te stoppen?
  • Wie ervaart weinig steun uit de omgeving?
  • Wie geeft anderen wel eens de schuld van zijn problemen?
  • Wie is er wel eens ongelooflijk trots op zichzelf?
  • Wie kijkt wel eens in de spiegel en denkt ‘zo, dat is een knappe man/vrouw om naar te kijken’?
  • Wie is het wel eens gelukt om alle doelen te behalen in een week?
  • Wie heeft het hoofddoel al eens bijgesteld omdat het oude al behaald was?

Op de lijn staan van 0 - 10

Stel vragen (of stellingen) en laat deelnemers een positie innemen op een lijn die van 0-10(0) of van ‘helemaal mee eens’ – ‘helemaal mee oneens’ loopt. Vraag daarna waarom deelnemers voor een positie hebben gekozen. Bijvoorbeeld:

  • Het is mij gelukt om in de afgelopen weken minstens 5 dagen per week minimaal een half uur te bewegen.
  • Ik neem zelf verantwoordelijkheid voor mijn eetgedrag.
  • Hoe gemotiveerd ben je op dit moment om te werken aan een gezonde leefstijl?
  • Hoe tevreden ben je op dit moment met je lichaam?
  • Hoe goed heb je je de afgelopen maand aan je eigen voedingsdoelen gehouden?

Dialoog

  • Stel een vraag in de groep en laat deelnemers hier ervaringen of gevoelens over delen. Deelnemers hoeven niet op elkaar in te gaan, het gaat alleen om het delen. Leg bijvoorbeeld een bal in het midden, die de spreker kan pakken en terug leggen wanneer hij/zij klaar is.
  • Of houd een deel van de bijeenkomst buiten. Geeft de groep een opdracht of stelling mee, en ga wandelend met elkaar in gesprek.

Mindset

Parkeren van belemmerende gedachten

Verzamelen van blokkerende gedachten

  • Leg uit dat we allemaal belemmerende gedachten hebben, de hele dag door. Je kan hier een flap voor ophangen en zelf de eerste belemmerende gedachte opschrijven. Vraag twee anderen om een voor hen belangrijke belemmerende gedachte erbij te schrijven. Vervolgens vraag je gedurende de bijeenkomst mensen om de negatieve gedachten die opkomen en belemmerend werken, erbij te schrijven.
  • Bijvoorbeeld: "Ik voel me niet sterk genoeg om te sporten vandaag."

Omzetten naar motiverende en steunende gedachten

  • Alle verzamelde gedachten kun je aan het einde omzetten naar positieve gedachten, met de hele groep. ("Wat is het tegenovergestelde hiervan?" "Wat zou iemand geloven die hier heel succesvol in is?").
  • Bijvoorbeeld: "Het lukt me altijd om te sporten, of ik me nu moe of fit voel".
  • Eventueel kun je hen vragen naar een voorbeeld uit het verleden waarin deze overtuiging ook echt klopte. ("Kun je je een situatie herinneren waarin het je lukte om met gemak te sporten, terwijl je je niet fit voelde?"
  • Bekrachtigen van motiverende gedachten
    • Laat de deelnemers rondlopen en de positieve gedachten naar elkaar uitspreken wanneer ze elkaar tegenkomen (of zet de muziek stop en laat ze dan een gedachte uitspreken aan degene die ze tegenkomen). Ze moeten het overtuigend uitspreken, alsof ze het echt geloven.

Helpende gedachten (The Work)

Neem een belemmerende gedachte in je hoofd en laat je door een ander interviewen.

  1. Is het waar? (Ja of nee. Bij nee ga naar vraag 3).
  2. Kun je absoluut weten dat het waar is? (Ja of nee)
  3. Hoe reageer je, wat gebeurt er, wanneer je die gedachte gelooft?
  4. Wie zou je zijn zonder de gedachte?
  5. Welke gedachte zou jou helpen? Help de ander om een gedachte te formuleren die hij/zij echt kan geloven, waar hij/zij achter kan staan.

Speech

  • Alle deelnemers beschrijven tot in detail hoe hun dag, week en jaar eruit ziet wanneer ze hun ultieme doel hebben bereikt. Wat zeggen andere mensen tegen hen? Hoe voelen ze zich? Hoe staan ze op? Wat is er helemaal anders dan bij de start van het traject? Wat maakt dat ze het volhouden? Welke barrières hebben ze overwonnen en waardoor is ze dat gelukt? Hoe voelde het om de grootste weerstand te overwinnen? Welk advies hebben ze voor anderen die hetzelfde doel hebben en dezelfde barrières te overwinnen heeft?
  • De deelnemers delen 1 voor 1 hun verhaal, alsof het doel bereikt is en ze de felicitaties zojuist in ontvangst hebben genomen.
  • De overige deelnemers klappen, stellen vragen (Hoe is het je gelukt? Wat zei je man laatst over je?) en geven complimenten: vier je successen!

Count your blessings

Waar ben je dankbaar voor? 

  • Bedenk een oefening, waarbij je elke keer dat je deze uitoefent een woord uitspreekt waar je dankbaar voor bent. Iedereen kan dit gelijktijdig voor zichzelf doen. Je kan bijvoorbeeld een parcours maken waarbij ze over elementen heen moeten springen, daarbij een woord uitsprekend. Of ze lopen trappen op en af.
  • Doe dit eerst zelf een ronde voor en noem dan een breed pallet aan onderwerpen waar ze aan kunnen denken ("Ik ben dankbaar voor mijn vrouw. Mooie boeken. De natuur. Vrienden. Mijn werk. Avontuur. Vertrouwen. Netflix. Schone lucht. Gezonde voeding.").

Verminderen van stress

De impact van stress

  • Laat deelnemers terugdenken aan een situatie waarin ze erg gestrest en angstig waren. Laat hen vervolgens hun stoel optillen. Hoe was dat? Zwaar, licht, gemakkelijk?
  • Neem hen vervolgens mee naar een herinnering waarin ze plezier en voldoening ervaarden. Laat ze nogmaals dezelfde stoel optillen. Als het goed is, lijkt deze dan veel lichter.
  • Wanneer ze de herinnering actief ophalen zitten ze met de ogen gesloten op de stoel en wacht je tot alle deelnemers een beeld hebben en het gevoel kunnen opwekken die met de herinnering gepaard ging.

Hoofd en nek

Haal rustig adem via de buik. Leg de rechterhand in je nek en de linkerhand op je voorhoofd. Vervolgens 'til' je je nek op, zodat je de druk van de nekspieren wegneemt.

Lichaam aanspannen

  • Je kunt de spanning in je hele lichaam wegnemen door al je spieren te spannen en vervolgens weer te ontspannen.
  • Ga op je rug op een matje op de grond liggen. Adem rustig in en uit via je buik. Probeer zo ontspannen mogelijk te gaan liggen.
  • Vervolgens ga je een voor een de spieren in je lichaam aanspannen. Begin bij je voeten. Span de spieren van je voeten aan en houd dit twee seconden vol. Laat dan weer los.
  • Dan ga je door naar je kuiten. Span ze aan voor twee tellen en laat weer los. Vervolgens ga je zo verder met je bovenbenen, je billen, je buik, je rug, je armen, je nek en als laatste je gezicht.
  • Als je je gezicht hebt gehad blijf je een paar minuten ontspannen liggen en dan doe je de oefening nog een keer.
  • Het fijne van deze oefening is dat je focus bij je lichaam is en je stressvolle gedachten dus even buiten je hoofd kunt houden

Buikademhaling

  • Ga op je rug op de grond liggen. Op een matje als je dat prettig vindt.
  • Leg je handen vlak onder je ribbenkast op je buik. Hier is je middenrif.
  • Doe je ogen dicht en concentreer je op je ademhaling
  • Adem vervolgens langzaam diep in en uit. Hierbij zorg je ervoor dat je buikwand zich uitzet bij het inademen en weer inzakt bij het uitademen.
  • Probeer je voor een aantal minuten alleen te focussen op je ademhaling en sluit andere gedachten buiten. Het kan helpen om in je hoofd de ademhalingen te tellen of om ‘adem in’ en ‘adem uit’ te zeggen (in je hoofd).
  • Ervaar je acute stress maar heb je geen tijd hebt om te gaan liggen en bovenstaande oefening te doen? Probeer dan in ieder geval wel even rustig te gaan zitten en op je ademhaling te letten. Door dit te doen neemt de lichamelijke stressreactie af en zal je je snel rustiger voelen

Grondingsvisualisatie

Ga zitten en adem een paar keer diep in en uit. Zet beide voeten plat op de grond. Stel je nu voor dat er wortels uit je voeten groeien die zich stevig verankeren in de grond. Laat vervolgens alle spanning los en stel je voor dat deze via de wortels de grond in stroomt. Als het niet lukt kun je de spanning een kleur geven of je voorstellen dat het als een stroom water meegevoerd wordt.

Ontspanning

Bodyscan of ontspanningsmeditatie

  • Doe met de deelnemers een ademhalingsoefening. Laat ze bijvoorbeeld een aantal minuten met gesloten ogen op de ademhaling letten. Of begeleid de deelnemers in een body-scan oefening.
  • Tips voor (begeleide) oefeningen zijn te vinden in de e-learning ‘Vergroten van Veerkracht’

Wat betekent ontspannen voor jou?

  • Laat wat foto's in een presentatie zien en vraag deelnemers op een lijn van 0 tot 10 te laten staan (0= geeft me geen ontspanning, 10= is voor mij de ultieme vorm van ontspanning) per foto. Laat afbeeldingen zien van iemand op een telefoon/ social media; een wandeling in het bos met en zonder koptelefoon op; een bad, meditatie.
  • Vraag na afloop hoe iedereen zichzelf de komende week gaat ontspannen en wanneer.

Doelen formuleren en afsluiting

Dromen over de toekomst

Laat deelnemers zich voorstellen dat het nu 1 jaar later is. Stel de vraag: ‘Je hebt al je doelen gerealiseerd…’:

  • Wat is er helemaal anders dan nu?
  • Hoe ziet jouw leven er nu uit?
  • Hoe gaat dat thuis, op je werk, met vrienden?
  • Wat doe je precies? Wat valt anderen aan jou op?
  • Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen nu en vroeger toen je net begon aan SLIMMER?
  • Wat heeft ervoor gezorgd dat jij de knop hebt kunnen omzetten?
  • Wat heeft het van jou gevraagd? Hoe heb je dit gedaan? Met welke steun?
  • Welke stappen heb je gezet om hier te komen?
  • Welke weerstand heb je overwonnen? Wat maakte nu dat je dit hebt kunnen doen en niet eerder?
  • Wat heb je geleerd? Wat heb je overwonnen?

Parcours dat symbool staat voor het groepsproces

Stel een parcours samen en laat hen dit een paar rondes volgen. Deel de groep vervolgens in tweetallen in en laat hen een eigen parcours maken van hun proces tot nu toe. Ze mogen zelf blokkades neerzetten, rotondes, etc. Laat hen vervolgens het eigen parcours lopen. Na een tijdje laat je elk groepje delen hoe ze het hebben ervaren.

Opbrengst uitbeelden

Geef de groep een paar minuten de tijd om te bedenken wat de bijeenkomst hen heeft opgeleverd aan inzichten en ervaringen. Deel de groep in 3 subgroepen en laat hen de opbrengst uitbeelden.