Protocol lichaamsmetingen

Protocol meten lengte, gewicht en middelomtrek

In dit protocol wordt beschreven hoe je de lengte, gewicht en middelomtrek meet voor de evaluatie van het SLIMMER programma.

Voor de evaluatie is het belangrijk dat elke coach de start- en eindmeting op dezelfde manier doet. Zorg dus dat je op de hoogte bent van dit protocol. Gebruik bij voorkeur voor elk meetmoment dezelfde weegschaal.

1. Benodigde materialen

  • Lengtemeter
  • Weegschaal
  • Meetlint

2. Voorbereiding

  • Zorg dat het protocol bij de meting klaarligt.
  • Wees op de hoogte van het protocol.
  • Laat de deelnemer zijn/haar schoenen en eventuele jas, zware (winter-) truien uittrekken en zijn/haar zakken leeghalen en riem afdoen.

3. Uitvoering meting

Lengte:

  1. Laat de deelnemer de schoenen uit doen en met de rug naar de meetlat plaatsnemen met de voeten tegen elkaar en de hakken tegen de meetlat.
  2. Laat de deelnemer rechtop staan en recht vooruit kijken.
    1. Als de deelnemer moeite heeft om alleen rechtop te staan, mag je de persoon ondersteunen.
  3. Duw het schuifje naar beneden tot op het hoofd van de deelnemer.
    1. Let hierbij op dat eventueel knotten/haardossen niet worden gemeten.
  4. Lees de lengte af in 0.1 centimeter en vul dit in op het registratieformulier.

Gewicht:

  1. Laat de deelnemer schoenen en eventuele jas, zware (winter-) truien uittrekken en zijn/haar zakken leeghalen en riem afdoen.
  2. Vraag de deelnemer op de weegschaal te gaan staan met sokken, laat diegene rechtop staan en voor zich uit kijken.
  3. Lees het gewicht op 0.1 kilogram nauwkeurig af en vul dit in op het registratieformulier.

Middelomtrek:

  1. Vraag de deelnemer rechtop te gaan staan en voor het meten van de middelomtrek de bovenkleding omhoog te houden of liever de dikke/zware bovenkleding uit te doen.
  2. Vertel de deelnemer dat hij/zij de buik niet moet intrekken bij het meten van de middelomtrek. Vraag de deelnemer een keer rusting in en uit te ademen en zo te blijven staan (adem niet inhouden maar ontspannen staan).
  3. Bepaal de onderkant van de onderste ribbenboog.
  4. Bepaal de bovenkant van de heupkam en vraag eventueel de deelnemer dit zelf aan te geven als ze niet makkelijk te voelen zijn.
  5. Bepaal het midden van deze twee punten.
  6. Meet op deze plaats met behulp van het meetlint de omtrek in 0.5 centimeter nauwkeurig af (laat de deelnemer zijn/haar T-shirt/trui/shirt omhoog trekken, zodat de meting beter uitgevoerd kan worden).
  7. Vul dit in op het registratieformulier.