Deelname en uitval bij GLI

Het RIVM deed in 2025 een verdiepend onderzoek naar deelname en uitval bij de gecombineerde leefstijlinterventie (GLI)

Uit dit onderzoek blijkt dat ongeveer 90 procent van de aanmelders na het intakegesprek met de GLI begint. Van de groep die start, rondt ongeveer 60 procent het programma af. In het eerste jaar vallen iets meer mensen uit (27 procent) dan in het tweede jaar (20 procent). Gemiddeld stopt 41 procent voortijdig. Toch is een positieve trend zichtbaar: waar in 2019 de helft van de deelnemers uitviel, was dit bij de startgroep van 2022 gedaald naar 38 procent. Lees het volledige rapport op de website van het RIVM.

Wie vallen vaker uit?

Het valt op dat vooral mensen met een lager inkomen, een migratieachtergrond of een praktische opleiding na een intake niet starten of eerder stoppen. Ook behalen ze minder gewichtsverlies dan degenen die het traject afronden.

Redenen om te stoppen

De redenen om eerder te stoppen verschillen, zo blijkt uit interviews met GLI-deelnemers. Vaak sluit het programma niet goed aan bij de persoonlijke behoeften, bijvoorbeeld omdat er te weinig nieuwe kennis of praktische handvatten worden aangeboden. Ook het ontbreken van een goede klik met de coach of groep speelt mee. Daarnaast zijn mentale of fysieke problemen belangrijke oorzaken van voortijdige uitval.

Verbeterpunten volgens deelnemers en professionals

Volgens deelnemers, huisartsen en leefstijlcoaches kan betere uitleg bij de intake helpen om verwachtingen te managen. Ook zouden huisartsen beter moeten beoordelen of mensen eerst andere vormen van hulp nodig hebben. Daarnaast klinkt er een roep om meer maatwerk, zodat begeleiding beter aansluit op de persoonlijke situatie en voorkeuren. Het RIVM adviseert om te onderzoeken hoe vergaande personalisatie uitvoerbaar en betaalbaar kan worden gemaakt.